Latent talent

Het universum wil ons van alles aanreiken, we staan er alleen niet altijd volledig voor open. En zelfs dan presenteren zich mogelijkheden om onszelf te verrijken, al willen we dit misschien niet direct zo ervaren. Het feit dat zich iets aandient geeft aan dat dit voor ons is. Het zullen situaties zijn die ons willen doen groeien in bewustzijn en sterken in de verbinding tot het hogere. Zodra we, om wat voor reden ook, niet open staan dan zal het ons als verrassing vóórkomen, welke niet altijd gewenst is. Beseffen we ons dat alles wat op ons pad verschijnt een leermoment vormt kunnen we deze wellicht in dankbaarheid ontvangen. Het doel is tenslotte om ons te openen voor liefde in overvloed. Hiervoor zullen blokkades die ons gesloten en dus gevangen houden moeten worden opgeheven. Het gaat hier om energetische blokkades die ervoor zorgen dat het zuivere magnetische licht zijn doorstroom niet vinden kan. Dit veroorzaakt frictie en dus ongemak in het lijf, dat doorwerkt op onze psyche. Zodra we deze ongemakken opmerken kunnen we twee dingen doen, (1) we houden ons eraan vast, wat resulteert in contractie en meer ongemak/pijn, (2) we erkennen de aanwezigheid en laten het los d.m.v. diepe ademhaling en overgave. Kiezen we voor het laatste dan zullen de blokkades zich opheffen, de energetische poorten openen zich en hetgeen wil stromen zal kunnen stromen. Dit zal resulteren in een uitbreiding van ons elektrisch magnetische veld, waardoor we (rust) uitstralen en aantrekken, het maakt ons ‘aantrekkelijk’ en geeft ons een natuurlijk charisma. Het effect van het volledig in ontvangst openstaan zal het willen aanreiken doen vergroten, het zogenaamde ‘gunnen’. Fysiologisch gebeurt er in het proces van de ontwikkeling tot ontvankelijkheid ook het een en ander. De precieze werking is mij niet geheel bekend, maar het heeft te maken met het uitvloeisel van de cerebrospinale vloeistof, ook wel ‘chrisma’. Deze vloeistof, door de klieren uitgescheiden, zal het zenuwstelsel bevochtigen en waardoor signalen efficiënter worden ontvangen en doorgegeven. Dit is de heilige zalving van Christus, het geeft ons charisma, dat wederom betrekking heeft op het hebben van (een prettige/liefdevolle) ‘uitstraling’. Dit in relatie tot de voorafgaande karakter zuiverende processen die de energetische poorten hebben doen openen. Het maakt dat we in onze kracht en tot onze volledige potentie komen. De zuivering is nodig vanwege de verantwoordelijkheid dat met de verkregen invloed en dus macht gepaard gaat. Men wordt werkelijk een doorgeefluik van hogere energieën die in de vorm gebracht willen worden, een magiër die vanuit het onbekende het gewenste materialiseert, een alchemist die via innerlijke chemie hoogwaardigheid veruiterlijkt. Een lichtwerker, iemand die via zijn schaduw tot het licht is gekomen en dit doorstraalt naar zijn omgeving, zodoende een baken is voor degene die zich nog in de donkerte begeven. Dit maakt hem/haar een ware leider en begeleider van het vooralsnog nog in het duister tastende volk. Een gave hebben. Het hebben van een gave heeft te maken met het behouden contact tot de wereld achter deze wereld. Het laat zich tot stand komen door in het heden te zijn. Zodoende wordt het universum in staat gesteld dóór de betreffende persoon te werken en zo het magische te laten afspelen. Het ontwikkelen van een talent heeft met name te maken met bewustzijn van lichaam, ziel en geest. Het kennen van onze tools maakt immers dat we ermee vertrouwd zijn, we hebben kennis, kunde en zodoende vertrouwen gekregen in wat we om handen hebben. Zo komt latent talent tot zijn volle potentie en zal de persoon in kwestie als een ware ster schijnen. Het maak hem een uitblinker. Het gaat dus om zelfkennis en de ontwikkeling hiervan waardoor de persoon tot volledige zelfrealisatie kan komen. Als het goed is laat het degene inzien dat hij zijn ik/ego opzij zal moeten zetten om tot ware schittering te kunnen komen. Dit vraagt om onbaatzuchtigheid, nederigheid en juiste intentie. - De reis van de held tot ‘stardom’, licht-gebroken/gefragmenteerd, A-dam, de drie-eenheid en de veelheid tezamen. Nog andere paradoxen die hij omvat: de wijze leermeester en de zoekende leerling, de alwetende en de onwetende, het genie en de gestoorde, het enkele zuivere licht en de vele schaduwtinten, eeuwig en eindig, wel-zijn en niet-zijn, Hebreeuws: Emet (waarheid) – met (niet-zijn). Zodra men de klaarheid heeft bereikt dan hoeft men niets meer, dan mag men zijn. Het universum verschaft, het nodige dient zich aan en biedt steun en houvast. Daar mag op worden vertrouwd. Leef in licht, eeuwig goud.